Moeilijkheidsgraad
De moeilijkheidsgraad van onze tochten wordt gesymboliseerd door één tot vijf trekkers. Bij de toekenning van de moeilijkheidsgraad hebben we rekening gehouden met de volgende faktoren:
Toch willen we er de deelnemers attent op maken dat de moeilijkheidsgraad van een tocht zeer subjectief is. Zo kunnen o.a. de weersomstandigheden, uw conditie, mogelijke gezondheidsproblemen tijdens de trekking en andere faktoren een belangrijke invloed hebben op het persoonlijk ervaren van een tocht.
Korte lichte dag wandelingen langs doorgaans goed begaanbare wegen. De hoogteverschillen bedragen niet meer dan 300m. De nachttemperatuur blijft boven het vriespunt.
Dagtochten die niet langer zijn dan 5 tot 6 uur langs begaanbare wegen. De hoogteverschillen onder de 4.000m kunnen tot 800m belopen. De nachttemperatuur kan onder het vriespunt dalen.
Dagtochten van minimum 4 uur oplopend tot maximum 7 uur.. De wegen zijn meestal zeer goed begaanbaar. Bij pasovergangen boven de 4.000m kan het wel even steil zijn. Ook sneeuw kan bij een pasovergang je uithoudingsvermogen even op de proef stellen. Een goede conditie is zeker aanbevolen.
Tochten langer dan 15 dagen met dagtochten tussen 4 en 8 uur. Hoogteverschillen onder de 4.000m kunnen tot 1.000m oplopen. Overgang van minstens één hoogtepas boven de 5.000m. Nachttemperaturen bijna dagelijks onder het vriespunt. Soms moeilijke kampplaatsen. Een goede conditie is noodzaak.
Tochten of beklimmingen die langer dan 15 dagen duren . Wandelen over moeilijk terrein waar in sommige omstandigheden de kennis van basis klim- en zekeringstechnieken een vereiste zijn. Overnachten bij zeer lage temperaturen. Beschikken over een groot weerstandsvermogen en zeer goede fysieke conditie